Wehl, een dorstig volkje
Niet ontkend kan
worden dat de oude Wehlenaren een dorstig volkje moeten
zijn geweest. In 1789 bijvoorbeeld telde men álleen al
in de kom van het dorp níet minder dan zes herbergen of
tapperijen zoals ze destijds ook wel genoemd werden. Ze stonden bekend
onder de namen DE DRIE ZWANEN, DE PLOEG, DE PELIKAAN, HET
HERT, DE ROSKAM en DE ZWAAN. Vier van de tappers oefenden
ook een nevenberoep uit: één was schoenmaker, één
brouwer en twee waren winkelier. In 1810 bestonden er 9
of 10 tapperijen. Twee van de toen
bestaande herbergen hadden in 1827 de beschikking over
een BEUGELBAAN, waar een balspel kon worden gespeeld,
waarbij de bal door een beugel moest gaan. Medegedeeld
werd echter: 'de beugelbanen zijn zeer gering in een hoek
achter op de deel daargesteld en moeten meer als eene
uitspanning voor kinderen dan wel als een
winstaanbrengend spel voor volwassenen worden beschouwd'.
Zoiets als een 'fruitautomaat' in de cafés van
tegenwoordig dus... Omstreeks 1850
wordt een herberg genoemd, genaamd 'in het Hof van
Nederland'. In 1884 telde de gemeente nog dertien
kasteleins en in 1905 negen. .....WAARIN EEN KLEIN DORP GROOT KAN ZIJN............! |
|
Bron: ABC van Oud Wehl / Wehl in oude ansichten / text: A.G.B. Koster + J.W. Jansen